Перевод: с английского на нидерландский

с нидерландского на английский

С нидерландского на:
Английский
С английского на:
Нидерландский

weg van de minste weerstand

Толкование Перевод

1 least

adj. kleinst; minst
--------
adv. kleinst; minst
--------
n. minst; kleinste hoeveelheid

least¹

[ lie:st] 〈bijvoeglijk naamwoord; overtreffende trap van little〉

1 kleinste ⇒ geringste, minste

♦voorbeelden:

1   I haven't the least idea • ik heb er geen flauw idee van

     the line of least resistance • de weg van de minste weerstand

————————

least²

〈voornaamwoord; the; overtreffende trap van little〉

1 minste

♦voorbeelden:

1   to say the least (of it) • om het zachtjes uit te drukken

     at (the) least seven • ten minste/minstens zeven

     you might at least answer me • je zou me ten minste kunnen antwoorden

     it didn't bother me in the least • het stoorde mij helemaal niet/niet in het minst

→ say say/

————————

least³

〈 bijwoord〉

1 minst

♦voorbeelden:

1   the least popular leader • de minst populaire leider

     it doesn't bother me the least • het stoort me niet in het minst

————————

least⁴

〈determinator; overtreffende trap van little〉

1 minst(e)

♦voorbeelden:

1   she has least work of us all • zij heeft het minste werk van ons allemaal

English-Dutch dictionary > least
2 line

n. regel; streep; snoer; lijn; rij; generatie; beroep
--------
v. opstellen in rijen; markeren; bekleden; versterken; ribbelen; vullen (van een zak)

line¹

[ lajn]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 lijn ⇒ snoer, koord

2 smalle streep ⇒ lijn

3 rij (naast/achter elkaar) ⇒ 〈 leger〉 linie, stelling

4 〈 informeel〉 kort briefje ⇒ krabbeltje

5 (beleids/gedrags)lijn

6 koers ⇒ route, weg 〈 ook figuurlijk〉

7 lijndienst ⇒ 〈 bij uitbreiding〉 maatschappij die lijndienst onderhoudt

8 familielijn ⇒ tak

9 spoorweglijn ⇒ spoor

10 lijn 〈2,12 mm〉

11 terrein 〈 figuurlijk〉 ⇒ vlak, branche

12 assortiment ⇒ soort artikel

♦voorbeelden:

1   the line is bad • de verbinding is slecht 〈 telefoon〉

     hold the line, please • blijft u even aan de lijn?

2   line of fire • vuurlijn/linie

     line of sight/vision • gezichtslijn

     we must draw the line somewhere • we moeten ergens een grens trekken

     in line with • in het verlengde van; 〈 figuurlijk〉 in overeenstemming met

3   〈 leger, scheepvaart〉 line of battle • gevechtsformatie

     bring into line • tot de orde roepen

     come/fall into line • op één lijn gaan zitten, zich schikken

     read between the lines • tussen de regels door lezen

     stand in line • in de rij gaan staan

     〈 leger, scheepvaart〉 line abreast • frontlinie

     〈 leger, scheepvaart〉 line ahead/astern • kiellinie

     all along the line • over de (ge)hele linie 〈 ook figuurlijk〉; van begin tot eind

4   drop someone a line • iemand een briefje schrijven/sturen

5   in the line of duty • plichtshalve

     line of thought • ziens/denkwijze, denktrant

6   line of least resistance • weg van de minste weerstand

11 banking is his line • hij zit in het bankwezen

¶ get a line on • inlichtingen inwinnen over

     keep someone in line • iemand in de hand houden

     lay/put it on the line • betalen; open kaart spelen

     shoot a line • een verhaal ophangen, opscheppen

     sign on the dotted line • (een contract) ondertekenen; 〈 informeel〉 niet tegenstribbelen; in het huwelijksbootje stappen

     toe the line • in het gareel blijven

     off line • niet aan het werk, niet functionerend

     on line • aan het werk, functionerend

     bring a power station on line • een krachtcentrale operationeel maken

     out of line • uit de pas, over de schreef

→ firm firm/, main main/, strong strong/

II 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 (hoeveelheid/stuk) lijn

2 lint ⇒ lont, band

III 〈 meervoud〉

1 〈 dramaturgie〉 tekst ⇒ rol

2 〈 Brits-Engels〉 (straf)regels ⇒ strafwerk

3 gedicht ⇒ vers

4 〈 Brits-Engels〉 trouwakte

5 methode ⇒ aanpak

♦voorbeelden:

3   lines on the death/marriage of • bij de dood/het huwelijk van 〈 boven gelegenheidsgedicht〉

5   do something along/on the wrong lines • iets verkeerd aanpakken

————————

line²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉 → line up line up/

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 liniëren ⇒ (be)lijnen

2 rimpelen ⇒ groeven

3 flankeren

4 voeren ⇒ (van binnen) bekleden

♦voorbeelden:

1   lined paper • gelinieerd papier

3   a road lined with trees • een weg met (rijen) bomen erlangs

4   lined with fur • met bont gevoerd

¶ line one's nest/pocket(s)/purse • zijn zakken vullen, zijn beurs spekken

→ line up line up/

English-Dutch dictionary > line
3 resistance

n. tegenstand; ondergrondse, illegale beweging

resistance

[ rizzistəns], 〈in betekenis 4 ook〉 resistance movement

1 weerstand 〈 ook elektriciteit, psychologie, scheikunde〉 ⇒ tegenstand, verzet

2 weerstandsvermogen

3 onwil

4 〈vaak Resistance; the〉 verzetsbeweging ⇒ verzet

♦voorbeelden:

1   make/offer no/not much resistance • geen/weinig weerstand bieden

     〈 figuurlijk〉 take the line of least resistance • de weg van de minste weerstand kiezen

3   sales resistance • onwil om te kopen

English-Dutch dictionary > resistance
4 line of least resistance

line of least resistance

weg van de minste weerstand

English-Dutch dictionary > line of least resistance
5 take the line of least resistance

take the line of least resistance

de weg van de minste weerstand kiezen

English-Dutch dictionary > take the line of least resistance
6 the line of least resistance

the line of least resistance

de weg van de minste weerstand

English-Dutch dictionary > the line of least resistance

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

weg van de minste weerstand

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

weg van de minste weerstand

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: